Dysplasie

Le labrador est une des races prédisposées à la dysplasie de par sa corpulence massive.Le labrador est surtout concerné par deux types de dysplasie, la dysplasie de la hanche et la dysplasie du coude.La dysplasie de la hanche peut être héréditaire mais aussi favorisée par des facteurs externes tels l'alimentation, une croissance rapide ou des exercices trop violents durant la période. En Belgique, pour les labradors, la société St-Hubert délivre les pedigrees uniquement si les deux géniteurs sont indemnes de dysplasie de la hanche (résultat A ou B, et au cas où l'un des deux est C, l'autre doit être A ou B); de cette façon, le risque héréditaire est réduit.Les chiens côtés D ou E sont exclus de la reproduction. De plus, on veillera, pendant la croissance, à donner une alimentation de bonne qualité et destinée aux chiots de grandes races. Ce type d'alimentation favorise une croissance harmonieuse sans l'accélérer pour autant. On évitera aussi les exercices violents, de même que les trop longues promenades et joggings jusqu'à l'âge d'un an. Le chiot a besoin d'exercices mais à son propre rythme. La dysplasie du coude (ocd) rejoint le même schéma mais, à l'heure actuelle, l'examen n'est pas obligatoire avant d'élever. On distingue 4 résultats possibles 0,1,2 et 3. 0 est le meilleur score, le 1 représente une petite anomalie, les stades 2 et 3 représentent des cas de dysplasie avérée. En général on élèvera uniquement avec des sujets ayant un score de 0 ou 1. Mais ici aussi, on insistera sur le fait que l'aspect héréditaire n'est que l'un des composants de cette affection multi-factorielles.

Verzorging

De labrador is qua verzorging een makkelijke hond. Een goede borstelbeurt 1 keer per week of iedere dag tijdens de ruiperiode (2 maal per jaar)volstaat. Twee maal per jaar, kunt U ook uw labrador een bad geven (gebruik niet teveel shampoo, dit maakt zijn vacht te zacht, wat niet wenselijk bij een labrador is) of wanneer het werkelijk nodig blijkt. Zijn oren moeten daarentegen een maal per week gecontroleerd worden. De afhangende orenschelpen van de labrador verhinderen immers de luchtcirculatie en bevorderen zo de ontwikkeling van oorinfecties zoals oorontstekingen. Kuis iedere week zij oren uit met een geschikt produkt en raadpleeg bij iedere twijfel de dierenarts. Gebruik nooit wattenstaafjes om de oren van uw hond uit te kuisen, maar wel een bolletje watten dat u rond uw vinger draait. Soms is het nuttig de nagels van uw labrador te knippen, vooraal wanneer hij niet genoeg op een harde ondergrond loopt zodat de nagels onvoldoende afslijden. Het knippen van de nogales is wel delicaat omdat u ze niet te kort mag knippen omdat dit pijnlijk is en bloedingen kan verroorzaken. Indien u twijfelt, kunt u uw dierenarts vragen de hond zijn nagels knippen.

Parasieten

Het is belangrijk uw hond te behandelen tegen vlooien en teken. Er bestaan meerdere efficiënte producten. Pipetten zijn zeer makkelijk te gebruiken en verschaffen meestal een duurzame bescherming (1 tot 3 maanden). Wanneer uw hond mee op jacht gaat of regelmating in het bos gaat wandelen, moet hij goed beschermd worden tegen teken omdat deze piroplasme en de ziekte van Lyme kunnen overdragen. Wanneer U in het zuiden van Frankrijk gaat, is het aan te raden uw hond ook te beschermen tegen zandvliegen (van het geslacht Phlebotomus). De zandvlieg is daar de overdrager van de dodelijk ziekte leishmaniosis.

Sterilisatie

Indien u niet van plan bent om met uw labrador te kweken, raden we u aan uw teef te laten steriliseren vóór haar eerste loopsheid of er net na. De sterilisatie biedt bescherming tegen borsttumoren en vermijdt dat de teef schijnzwanger wordt en bijgevolg een baarmoederontsteking krijgt. Meer praktisch is dat de teef niet meer loops zal worden en u haar tijdens deze periode (de loopsheid valt natuurlijk meestal als u op vakantie gaat vertrekken) dus ook niet meer nauwlettend in het oog zult moeten houden. Bij de reu is castratie vooral gericht op honden die overdreven dominant zijn. Wanneer u toch met uw hond wil kweken, moet u dit goed overwegen en raad vragen aan verscheidene kwekers die u kunnen vertellen over hun ondervinding.

Oogaandoeningen

La cataracte et l'atrophie progressive de la rétine (pra) sont les principales affections oculaires qui peuvent toucher le labrador. On ne parle pas d'une cataracte de vieillesse, mais bien d'une cataracte juvénile qui va rendre le chien aveugle alors qu'il n'a encore que 1 ou 2 ans. Un examen annuel permet de déterminer si le chien est atteint ou pas et ainsi d'éviter de reproduire avec un chien atteint. Toutefois, le gêne étant récessif, un chien peut être porteur (et donc transmettre la maladie) sans être atteint.

Concernant la pra, un test génétique est à présent disponible et permet de déterminer si le chien est "normal", "porteur" ou "atteint". Si un chien est porteur, on le fera reprouduire uniquement avec un chien "normal", de cette façon la descendance ne sera pas affectée par la pra (certains chiots seront porteurs mais ne développeront jamais la maladie, ce qui est essentiel).

Meer artikelen...

FaLang translation system by Faboba